Roevensysteem
Een roevengevel is een gevelbekleding opgebouwd uit platen zink die in de lengterichting zijn voorzien van rechte opkantingen. Tussen de banen worden op het achterliggende houten beschot zogenaamde roeflatten aangebracht. Deze latten hebben bij een verticale roevengevel een trapeziumvormige doorsnede met een breedte van 40-50 mm en een hoogte van 60 mm. De waterdichte afwerking tussen dakbanen en roeflatten wordt verkregen middels een afdeklijst, de roefkap. Bij een horizontale roevengevel wordt een speciale roefkap gebruikt om inwatering te voorkomen (zie figuur 6.2.4).
Specificatie onderdelen roevengevel
Roefbaan (figuur 6.2.1)
Baanbreedte: maximaal 890 mm,
bij opstaande kant van 55 mm.
Ontwikkelde breedte maximaal 100 mm.
Materiaaldikte: 0,80 mm of 1,00 mm.
Roefkap (figuur 6.2.2)
Doorsnede: 65 mm x 25 mm
Materiaaldikte: gelijk aanroefbaan
Roeflat
Hout, van een goede kwaliteit, minimaal
kwaliteitsklasse C conform NEN 5466.
De roeflat moet recht zijn en op maat.
Breedte 40-50 mm trapeziumvormig,
hoogte 60 mm.
Druipstuk
Breedte: 330 mm
Materiaaldikte: gelijk aan roefbaan
Klangen (vast en schuif)
Breedte: 50 mm. Lengte: >220 mm
Materiaaldikte: gelijk aan roefbaan
Klangen worden door de installateur gemaakt. De lengte moet iets overmaat hebben en wordt in het werk op de juiste maat afgeknipt.
Ondersteuning
Het roevensysteem moet bij een geventileerde constructie volledig worden ondersteund door een beschot bestaande uit ongeschaafde, onbehandelde houten delen van minimaal 23 mm dik, zonder messing en groef, aangebracht met kieren van minimaal 5 mm en maximaal 100 mm. Hierbij zijn ook de constructie-eisen van belang. Bevestiging geschiedt door middel van thermisch verzinkt bevestigingsmateriaal met een zinklaagdikte van tenminste 20 μm of RVS AISI 304.
Bevestiging van klangen
Bij de montage van de verticale roefbanen tegen de gevel wordt de roefbaan in de bovenste meter met vaste klangen vastgezet. Horizontaal aangebrachte roefbanen met een lengte tot 3 meter worden volledig bevestigd met vaste klangen. Banen langer dan 3 meter worden over een zone van 1 meter, in het midden van de roefbaan, met vaste klangen vastgezet. De rest van de roefbaan wordt vastgezet met schuifklangen. De houten delen moeten worden afgestemd op de plaats waar de klangen gemonteerd worden.
Roevengevel horizontaal
In verband met de regendichtheid van de gevel bij horizontale roeven speciaal geprofileerde banen gebruiken (zie fig. 6.2.4). Bij de toepassing van roeven als verticale gevelbekleding moet de opstaande rand van de roefbaan een keerrand hebben (zie figuur 6.2.1).
Onderstaande hulpprofielen worden gebruikt om de gevel regendicht te maken
Het klik-roevensysteem
Het klik-roevensysteem is een variant bestaande uit voorgeprofileerde klik-roefbanen, klik-roefkappen en verzinkt stalen klikklangen. Deze klik-klangen worden over de opstaande kanten van de roefbaan gezet en geschroefd. De klik-roefkap wordt er vervolgens op vastgeklikt. De hoogte van de opstaande kant is 47 mm en de maximale werkende breedte ca. 600 mm. De verzinkt stalen klangen van 500 mm hebben een dikte van 1 mm en moeten h.o.h. om de meter worden bevestigd. De houten roeflat is nu niet meer nodig.
Aanbrengen gevelbekleding
Na het uitzetten van de baanverdeling worden de benodigde klangen onder de roeflat aangebracht. De minimale breedte van een klang bedraagt 50 mm met een minimale plaatdikte van 0,65 mm. Ook bij roevengevels moet worden gewerkt met vaste en schuifklangen. De vaste klangen fixeren de roefbaan en de schuivende klangen maken expansie in de lengterichting van de zinkbaan mogelijk. De roeflatten worden nauwkeurig en met de smalle zijde op het houten beschot geschroefd met verzinkt stalen schroeven.
Vervolgens worden de voorgeprofileerde roefbanen op het houten beschot aangebracht. Om te voorkomen dat de banen naar beneden zakken, zijn vaste klangen nodig. De vaste klangconstructie wordt bij een verticale roevengevel over 1 meter lengte toegepast op minimaal drie plaatsen. Daartoe wordt de opkanting ca. 3 mm ingeknipt en het zink schuin weggeknipt. De klang kan nu omgebogen worden, zodat de baan niet naar beneden kan zakken. De rest van de klangen heeft een schuivende constructie.